Bij deze het concept van dit hoofdstuk waarop uw commentaren welkom zijn.
Kunstenaars
in en om Den Haag 1920-1930
Als gevolg van het einde van de grote oorlog en de politieke gevolgen
hiervan in een onrustig Europa, vinden er in het begin van de jaren 1920 veel
verhuizingen plaats van kunstenaars. Vooral de economische en sociale onrust in
Duitsland doet veel Duitse artiesten uitwijken naar landen in hun omgeving,
omdat daar het werkklimaat beter zou zijn en zij daar hun creatieve behoefte
vrijelijk kunnen uiten.
Voor Nederland betekent het dat vooral kunstenaars uit Duitsland zich in
ons land vestigen, waarbij de hoofdstad Amsterdam favoriet is. De stad Den Haag
en haar directe omgeving is vooral attractief vanwege haar ligging aan de
Noordzee met strand en duinen en veel natuur. We zien dan ook veel kunstenaars
neerstrijken in de buitengebieden van Den Haag zoals bijvoorbeeld de nieuwe
wijk Kijkduin, waar Jan Giesen ook gaat wonen.
Een andere belangrijke factor om voor Den Haag te kiezen is het feit, dat
de kunsten in deze stad in hoog aanzien staan bij een groot gedeelte van haar
inwoners, die bovendien over de financiële middelen beschikken om daadwerkelijk
aankopen te doen en aan manifestaties deel te nemen.
Vanwege de regeringszetel en de vele buitenlandse delegaties, vinden er
veel culturele activiteiten plaats zoals theatervoorstellingen en exposities.
Daarnaast is de Haagse Kunstkring erg actief op veel culturele gebieden en
verzorgt culturele bijeenkomsten in een zaaltje van het Binnenhof, waar Jan
Giesen vanaf 1922 ook een vaste gast is.
Het schilderkundig genootschap Pulchri Studio en nog diverse andere
kleinere gezelschappen o.a. op literair gebied verzorgen regelmatig
bijeenkomsten, waardoor netwerken ontstaan van zowel kunstenaars als
kunstminnenden.
In 1923 vestigde de Hongaarse kunstenaar Lajos von Ebneth in Den Haag en verbleef daar tot 1948. Bij
hem logeerde met regelmaat andere bevriende kunstenaar zoals Kurt Schwitters en
Hannah Höch. De Hongaarse kunstenaar Vilmos Huszár had zich in 1909 al in
Voorburg gevestigd na zijn huwelijk met de Nederlandse Jeanne van Teylingen.
Vilmos had veel contacten met andere Nederlandse kunstenaars via zijn
echtgenote zoals Bart van der Leck en Theo van Doesburg en werd later
medeoprichter van De Stijl.
Behoudens Vilmos Huszar zijn er weinig buitenlandse kunstenaars, die daadwerkelijk
integreren met hun Nederlandse collega’s. De meesten sluiten zich wel aan bij
bepaalde groeperingen om op die manier van bijvoorbeeld expositiefaciliteiten
gebruik te kunnen maken, maar ze blijven sterk individueel werken. Dit heeft
ook te maken met de overtuiging van een kunstenaar en het geloof in de eigen
passie: een goede kunstenaar is “eigenwijs” en wil graag zijn eigen weg gaan.
De kunsthandel en de musea denken daar anders over en een expositie van een
buitenlandse kunstenaar levert over het algemeen meer bezoek en verkopen op dan
die van een “gewone” Nederlander en we zien in de grote steden dan ook
regelmatig exposities van deze gasten.
In 1922 wordt er in Rotterdam, Amsterdam en Den Haag de tentoonstelling
gehouden “Duitse beeldende kunst van de laatste 50 jaar” ; in 1922/1923 wordt
de “Eerste Russische Kunsttentoonstelling” gehouden in Berlijn en Amsterdam en
in 1923 exposeert Kurt Schwitters bij kunsthandel Everts te Rotterdam.
Een beeldend kunstenaar werkt vanuit zijn eigen gedrevenheid en geloof
voortdurend aan verandering en verbetering van zijn werk. Hierbij kijkt hij
nieuwsgierig om zich heen naar de scheppingen van zijn collega’s, waardoor vervolgens zijn eigen creatieve drijfveer
wordt beïnvloed of versterkt.
Indien hij voldoende zelfkritisch is zal dit leiden tot een betere
kwaliteit van zijn werk. Om die reden heeft een kunstenaar mogelijkheden nodig
om werk van collega’s te beschouwen en met hen van gedachte te wisselen over de
motivatie.
In het begin van de jaren ’20 zien we mede door de vele verplaatsingen van
kunstenaars daardoor nieuwe weldoordachte ontwikkelingen ontstaan, die echter
veelal door iedere kunstenaar op een eigen manier tot uitwerking worden
gebracht. Voorbeelden hiervan zijn het plasticisme, kubisme, de nieuwe zakelijk
en het futurisme.
Versie 3:11 december 2014
Bij voorbaat dank.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten